zondag 18 januari 2009
Perron 2
We zijn gelukkig op tijd voor de trein, mijn dochters en ik. We kopen kaartjes bij de automaat en bestuderen de snoepautomaat om een pakje kauwgom te bemachtigen. Een meisje van midden twintig, die we al druk zagen praten tegen de kaartjesautomaat, gaat nu zonder jas ijsberen over perron 2 en mompelt van alles. Ze is in de war, dat zie je.Wat er allemaal gebeurt gaat een beetje langs mij heen, in mijn poging bij het disfunctioneren van het apparaat toch tenminste mijn inworpgeld terug te krijgen. Mijn dochters nemen de situatie goed op. Ze vertelt een ouder echtpaar dat ze door de conducteur bij station Alphen aan den Rijn uit de trein is gezet omdat ze haar kaartje niet kon vinden. Toen heeft ze haar tas maar weggegooid, want daar “heeft ze nu toch niets meer aan”, nu ze niet verder kan reizen. “Nou, ik zou die tas toch maar even gaan halen”, zegt er iemand. Ze loop weer van het perron af richting onbemand stationsgebouw, maar komt weer zonder jas en tas terug op perron 2. Ze balt haar vuisten, zakt door haar knieĆ«n en schreeuwt: “Waarom is mij, godverdomme, dit leven gegeven!” Ze krimpt ineen. Het is hartverscheurend. En iedereen staat eigenlijk een beetje appelig te kijken. Geen van de omstanders heeft hier op dit moment een zinnig antwoord op, hopende dat ze maar niet te dicht langs de rand gaat lopen wanneer de trein binnenkomt. Als we instappen, zien we haar niet meer op het perron.“Mama, hoe zou het afgelopen zijn met dat meisje?” “ Ik weet het niet lieverd, zeg ik.” Maar mij bekruipt het gevoel alsof ik iemand behoorlijk in de steek heb gelaten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten