Toch vond ik het raar dat
er steeds van die oude afgetrapte fietsen in het pad hierachter stonden. Ik heb
al een aantal keren de politie gebeld om de fietsen als gevonden voorwerp te laten ophalen. De ene keer komen ze pas na
4 dagen (en lang aandringen dat je hem echt niet wilt houden) en de andere keer
staan ze er binnen 10 minuten! Maar goed...
Loop ik op een ochtend
weer het pad op, zie ik een jongen hoog op de trappers van z’n fiets over de
muurtjes van de achterburen te kijken. Waarschijnlijk te inspecteren of de
deuren en ramen wel gesloten zijn..... Zodra hij mij ziet, schiet hij een
andere achterpaadje in. “Oh, dat is dus zo’n dief”, bedenk ik me meteen.
Ik loop naar de ingang
van dat pad, heb m’n hand op mijn mobiel en roep een beetje stoer naar hem: “En
nou wegwezen, jij! Je hoort niet in deze wijk!” Hij roept iets terug van: “Jij
ook niet!” “Ja, ik wel toevallig, en nu
opschieten anders bel ik de politie!” Langzaam stept ie met z’n fiets achteruit
het pad weer uit. Inmiddels bel ik 112. Als ze opnemen, vertel ik hen dat ik
hier iemand heb betrapt met de intensie iets te gaan stelen. “In welke
woonplaats, mevrouw? Ik verbind u door. In welke wijk? In welke straat? Hoe
ziet hij eruit? Heeft ie nog bijzondere kenmerken? Hoe oud is hij ongeveer?
Welke kleur fiets? Uw naam, uw adres, uw telefoonnummer? Tegen de tijd dat ik
alles heb gezegd is de vogel natuurlijk al gevlogen. Een half uur later zie ik
een motoragent langzaam door de straat rijden en bij elke kruising links en
rechts kijken. Ja, dat levert nu niks meer op natuurlijk. Maar met een aardig
voldaan gevoel loop ik weer naar huis; hij wel wel geschrokken zijn en nu heb
ik toch een diefstal kunnen voorkomen.....
Drie dagen later ben ik
met m’n buurman bij zijn auto aan het praten. Een fietser wil ons passeren en
vraagt netjes: “Mag ik er even langs?” Ik kijk om en ben verbaasd hem weer
tegen te komen. Mijn actie heeft op hem kennelijk niet zoveel indruk gemaakt.
“Oh, kijk, daar hebben we onze buurtdief weer!”, roep ik. Buurman kijkt mij
verbaasd aan. “Zo, heb je je slag kunnen slaan?” roep ik, terwijl hij zich
tussen de muur en de auto door manoevreert. Hij lacht een beetje schaapachtig.
Nu kan ik ook beter zien wat hij aan het stuur heeft hangen. In ieder geval een
plastic zak met een slaapzak en een grote, soort oma-, tas met rits en nog een
plastic zak. Dit is dus waarschijnlijk zo’n dakloze, die het gemunt heeft op
geld en kleine zaken, of tips doorgeeft aan de grotere inbrekers. Sinds die dag
hou ik mijn poortdeur in ieder geval zoveel mogelijk gesloten, ook al is het de
hele dag een komen en gaan van kinderen. You’ll never know!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten