Hoewel die stage nou niet écht geweldig was, had ik een
aardige kamergenoot. We hadden altijd leuke gesprekken. Hij was heel creatief
en maakte in z’n vrije tijd houten schapen beplakt met bladeren, die hij soms
tentoonstelde. Maar er was één ding dat ik niet met hem durfde te bespreken,
maar mij enorm intrigeerde. Hij nam altijd een fles mee naar de wc. En de fles
nam hij ook weer leeg mee terug.
Ik kon me haast niet voorstellen dat ie zo goed kon richten
dat ie in de fles kon plassen, de flessenhals was daarvoor veel te nauw. De
fles was ook niet bedoeld om na het toiletgebruik de plantjes water te geven,
want dat deed hij niet. Het bleef mij een raadsel. Pas jaren later kwam ik
erachter dat Indische mensen een fles water gebruiken om hun billen mee te
wassen na het toiletgebruik, in plaats van de billen vegen met toiletpapier.
Grappig dat zo’n soort oerwoudgewoonte ook binnen de muren van zo’n
kantoorgebouw nog wordt voortgezet. Wie weet gaan we dat voorbeeld nog ‘ns
volgen. De “natte” doekjes hebben het droge wc-papier al bijna vervangen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten