Terwijl ik M. uitleg hoe je met een
theedoek een glas van binnen droog kan maken, verbaas ik me erover hoe
vanzelfsprekend de vaatwasmachine voor hen is. Deze vakantie hebben we voor het
eerst het begrip “corvé” geïntroduceerd. De oudsten moeten nu afwassen en afdrogen,
de middelste de vloer aanvegen. Onze jongsten vraagt waar die vaatwasmachine
dan wél staat. Het antwoord “nergens” gaat er bij hen niet in.
Wij hadden vroeger een heel weekrooster
voor afwassen en afdrogen (mijn broertje en zusje lieten de vaat bijna vanzelf
drogen), maar gelukkig was deze niet uitgebreid met het poetsen van de
gaspitten en de schoenen, zoals bij Jan thuis.
Ik vind het een goede zaak dat ze weten dat
niet alles vanzelf gaat en bewust worden van het feit dat ze deel uitmaken van
een gezin, waar we dingen samen doen, voor elkaar én met elkaar. Maar de
grootste drama’s speelden zich volgens mij ook af tijdens de afwas. Mijn
broertje daagde me destijds zó uit dat ik met een pollepel achter hem aanliep.
Rennend keek hij achterom waar ik bleef, tegelijkertijd wilde hij de deurklink
van de achterdeur vastpakken. Met het gevolg dat hij door het raam vloog en een
behoorlijke snee in z’n arm kreeg (slagaderlijke bloeding?). Het eerste wat ik
deed was hem flink uitlachen. “Net goed, had ie maar niet zo vervelend moeten
doen”. Zo bracht Jan z’n zus een slag toe met de koekepan, waardoor ze een
blijvend litteken boven haar lip heeft gehouden. “Had ze verdient!”. Nu ik er
over nadenk leren we vééél meer dan ik dacht; keuzes maken, assertief zijn,
macht uitoefenen, onderhandelen. Maar het lijkt alsof de generatie kinderen van
nu daar geen corvé voor nodig had!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten