Wanneer
ik weer de auto in stap na het bezoekje aan m’n schoonouders heb ik een raar
gevoel.
Ma is
naar mijn idee best enthousiast na het zien van de seniorenhoekwoning. We rijden
op de weg naar huis ook even langs de
makelaar voor een brochure. Pa komt ‘s middags weer even thuis uit het
verpleeghuis en dan kan hij het ook zien.
Later die
middag zoek ik ze weer op, samen met de kinderen. “En oma, wat vindt u van het
huisje dat mama voor jullie heeft gezien?” vraagt M. Ze zoekt direct naar de
brochure die ze, zoals veel dingen, niet kan vinden. Uiteindelijk ligt het met
andere paperassen erin gevouwen op de zitbank. “Vertel jij het maar”, zegt ze
en ik vertel het verhaal van die woning aan pa. Ma houdt op dit moment de
kaken stevig op elkaar. “Ik weet wel wat WE willen”, zegt pa vervolgens. “We
blijven gewoon samen hier in dit huis”. Daarna vertelt hij wel dat die witte huisjes
in zijn gedachte waren en de partner van iemand van zijn afdeling speciaal naar
die huisjes verhuisd is om dichter bij het verpleeghuis te wonen.
Als we
daarna ook nog spreken over het bezoek van de monteur van de traplift en het
klussen in huis door zoon en “vreemden” zucht pa, hij kan al die informatie
niet aan….
“Ziet u
het wel zitten om weer naar huis te komen?” vraag ik indringend. “Ja, dat zie
ik wel zitten, maar het voornaamste is dat we het samen goed met elkaar blijven
vinden”. Op 4 oktober gaat hij namelijk voor 36 uur op proefverlof naar huis
(alsof hij een TBS-er is, bedenk ik me steeds als ik het hoor).
Bij het
“uitlaten” vertelt ma dat ze niets durft te zeggen tegen pa over haar twijfels
en wens. Hij werkt natuurlijk hard aan z’n revalidatie om weer naar huis te
mogen en ze wil geen spelbreker zijn.
Ik hoor
later van anderen dat het pa niet uitmaakt waar ze wonen, maar dat hij ma in de
gaten wil houden, voordat ze gekke dingen gaat doen. Dat wordt weer samenwonen
onder het motto “hij de hersens, zij de handjes”. Voor de terugkomst van pa
moeten voor een goed rolstoelgebruik de perzische tapijten uit de woonkamer
verdwijnen. Daar verzet ma zich tegen, want het hoeft geen racebaan te worden…
En zo hoor ik dat als ze moet kiezen tussen de spullen en pa, geneigd is voor
het eerste te gaan.
Ik kan me
steeds beter voorstellen dat hun kinderen zoiets hebben van “Laat ze het lekker
zelf uitzoeken!” Misschien kent deze toestand één lichtpuntje en dat is dat de
rest van de familie zich gesterkt voelt in eenzelfde gedachte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten