De ingang met de fietsenstalling van het
lyceum ziet er nog hetzelfde uit constateren m’n broertje (14 maanden jonger)
en ik als we voor de reünie de school inlopen. Toch alweer zo’n 23 jaar geleden
dat ik afscheid nam van deze school. Eigenlijk was het gewoon een ordinaire
leerfabriek met zo’n 1700 leerlingen. Het verschil met nu is de bebouwing
eromheen; de noodgebouwen zijn eindelijk vervangen door permanente bouw en er
is een apart onderkomen gemaakt voor de brugpiepers inclusief eigen ingang en
fietsenstalling. Eigenlijk wel goed om die twaalfjarigen een beetje te
beschermen tegen het massale onderwijsbolwerk. Er verandert al genoeg in zo’n eerste
jaar! Niet alleen die zware schooltas, de volle agenda voor zo’n 14 vakken,
maar ook de puistjes, de eerste ongesteldheid en eerste bh.
Die eerste 3 jaar vond ik de school best
wel stressy. Ik was onzeker, kreeg ook nog ‘ns een bril en maakte me druk of ik
m’n huiswerk wel goed geleerd had. Ik loop door de gang waar we in de pauze
altijd tegen de verwarming aan zaten om onze kleffe boterhammen op te eten met
(te) hete chocolademelk uit de machine, totdat die harde bel weer ging. Ik denk
dat ik pas in 4 Havo een beetje los kwam. Eigenlijk heb ik een dramatische val
meegemaakt van 2 VWO met latijn, naar 3 VWO, naar 4 HAVO en in 5 HAVO zelfs nog
een jaartje blijven zitten (het laatste jaar waarin je nog alle vakken moest
overdoen!). Ik loop door de menigte, kijk alle mensen aan en lees bijna alle
naamkaartjes, ik word er bijna duizelig van. Veel mensen ken ik nog wel van
gezicht. Wel grappig, eindelijk ontdek je nog steeds “het kind” in elk gezicht,
ook al zijn er rimpels ontstaan, is het hoofd wat kalend of het lijf wat meer
gezet. De docent Maatschappijleer van toen heeft een dik gezicht gekregen en
zit nu in het managementteam, de conrector van toen die nu toch wel zo’n 75
jaar zal zijn zie ik nóg staan onder aan de trap om de te-laat-komers op te
vangen en mee te nemen naar z’n hok voor registratie. Dan de enorm knappe
nieuwe gymleraar die helaas wel tot de zware kerk behoorde en nu ook grijs is
en de al wat oudere gymleraar die, zoals bij iedereen bekend, altijd veel te
lang bleef rondhangen in de dameskleedkamer, de viezerik. Ik zie de grappige
Aardrijkskundeleraar met z’n grote haviksneus die de brugpiepers de stuipen op
het lijf jaagde. En dan komt Jan, de docent Biologie lachend naar me toe, “mijn
eerste mentorkindje!” roepend. Wij waren inderdaad z’n eerste klas waar hij
mentor van was en hij vertelt van de klassenavond die we in een lokaal hadden
georganiseerd en dat we 1 biertje voor hem hadden gekocht en stoelen voor hem
en z’n vrouw hadden klaargezet. Zo schattig! Voor het eerst gingen de jongens
en meisjes onder gedimpt licht samen schuifelen en ik weet nog hoe spannend ik
dat vond. Zo was er ook een feest geweest in Elst waar een meisje uit de klas
voor het eerst een bh zou aantrekken. Natuurlijk wilde ik weten of dat
inderdaad het geval was en door de harde muziek (en dus gebarentaal) zochten
m’n vingers naar haar bh-bandje op de schouders…. waarbij ik toch een hengst
kreeg! De brugklas had een leuke samenstelling: alle meiden van mijn lagere
school, aangevuld door alle jongens van een klas uit Rhenen en een aantal van
de School met de Bijbel uit Elst. De meiden waren groot en de jongens voor een deel
nog hele kleine jongetjes. Goede herinneringen kwamen boven aan de danslessen met
Huub voor brons die in de kuip gegeven werden, in de tweede of derde klas.
Ik loop bij de rokers buiten in het donker
nog te speuren naar bekenden en mag van twee jongemannen horen dat ik er nog
“lekker” uitziet. Ik ken ze niet, maar het blijkt dat ze een jaar eerder
eindexamen hebben gedaan. Ik kan het niet nalaten met een beetje trots te
zeggen dat ik wel 5 kinderen heb en daar staan ze toch wel van te kijken.
Dan het spannendere gedeelte….. In de
aanloop van de reünie kon je je registreren op de website en dus bekijken wie
er zouden komen. Mijn oog valt op een naam die ook zeker in m’n dagboek is
opgenomen na een leuk examenfeest. We hebben namelijk een hele nacht gezoend.
Ik had een groene tuinbroek aan waarvan de twee knopen bovenaan niet zo
makkelijk te openen waren en nadat hij daar wat aan gefrunnikt had zei ik “Joh,
laat toch zitten!” Nu moet ik er enorm om lachen, maar toen was dat voor mij
toch echt nog een stap te ver. Het zal in ieder geval een preutse indruk hebben
achtergelaten. Niet lang daarna hebben we weer een keer gezoend op een feestje,
maar daarna zag ik hem nooit meer. Tot nu! Op z’n vraag wie hem kon overtuigen om
op de reünie te verschijnen, mailde ik dat ik het leuk vond hem weer ‘ns te
zien. Tot m’n verrassing herkende hij mij nog en bleven we veel heen en weer
mailen. We hadden elkaar nu al meer “gesproken” dan toendertijd. Het weerzien
met Hans was echt leuk. M’n herinneringen gingen weer terug naar toen ik 17
jaar was. En de grap is …. de ander kent jou niet anders dan van “toen”.
Eigenlijk wil ik de herinnering nog verder ophalen, wil ik de zoenen voor even
weer opnieuw proeven, maar dat kan niet,
ze zullen nooit meer hetzelfde zijn. Ik verlang weer naar de
onbevangenheid van toen, de toekomst nog voor me, zo blanco als ik tegenover
alles stond, zonder grote verantwoordelijkheden, kijkend hoe de avond zou
aflopen en je niet hoeven te verantwoorden tegenover anderen. Tijdens het hapje
eten met nog een schoolgenoot erbij mijmeren we nog een beetje na, vertellen we
elkaar over onze partners, kinderen, bevallingen, opvoeding, ziektes en ook de
plannen om als veertiger “het roer om” te gooien, op zoek naar een nog
bevredigender manier om geld te verdienen én gelukkig te zijn. Hoe was ons
leven gelopen als we andere keuzes hadden gemaakt, als ik geen wiskunde in m’n
pakket had genomen of wanneer de knoopjes van m’n tuinbroek wél los waren
gegaan? We nemen weer afscheid (misschien houden we contact of zien we elkaar weer
over 15 jaar), stappen in onze eigen auto en rijden weer terug naar ons eigen
leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten