Het is een schot in de roos, dat boek dat
C. van Sinterklaas op Jan’s werk heeft gekregen. Het heet “Kleine Aap’s Grote
Plascircus” met een groot poep-pies-gehalte en dus succes verzekerd. Mijn
enthousiasme is inmiddels iets getemperd, maar dat komt zo wel.
Kleine
Aap had een piemeltje.
Hij
liet het zien aan Apelien.
“Ik
kan heel goed plassen”, zei hij.
“Ik
denk dat ik een circus begin”.
Kleine
Aap zette een circustent op.
“Ik
kan ook plassen”, zei Apelien.
“Mag
ik meedoen?”
“Nee”,
zei Kleine Aap.”Ik kan het beste plassen van iedereen.
Maar
als ik optreed, mag jij er wel een beetje bijstaan”.
Vanaf
die dag trad Kleine Aap op in Kleine Aap’s Grote Plascircus.
Apelien
stond er een beetje bij.
Alle
dieren uit de buurt kwamen kijken.
“Hooggeëerd
publiek”, zei Kleine Aap. “Een twee drie…”
En
toen plaste hij.
“Bravo!”
riepen de dieren. “Knap geplast, Kleine Aap”.
Elke
voorstelling deed Kleine Aap een nieuw kunstje.
Hij
plaste heel ver.
Hij
plaste heel hoog.
Hij
plaste op één been.
En
hij plaste met losse handen vanaf een stoel.
Toen
had Apelien er genoeg van. Ze wilde er niet langer een beetje bijstaan.
Ze
wilde meedoen!
Kleine
Aap zette de stoel op een tafel.
Als
hij daarop klom, kon hij heel ver naar beneden plassen!
“Zeg,
Kleine Aap”, zei Apelien.
“Heb
jij míjn piemeltje al gezien?”
Kleine
Aap bekeek Apelien eens goed.
“Je
piemeltje is weg”, zei hij.
“Wil
je hem zoeken?” vroeg Apelien.
Kleine
Aap begon meteen te zoeken.
Kleine
Aap zocht hier ….
En
daar….
En
daar….
En
hier. Hij zocht het hele circus af. Maar Apeliens piemeltje vond hij niet.
Het
publiek lachte. Eerst zachtjes. Maar toen steeds harder.
“Waarom
lachen jullie nou? zei Kleine Aap.
“Het
is niet leuk! Apeliens piemeltje is weg!”
“Gefopt!
riep Apelien. “Ik heb geen piemeltje!”
“Maar
dan kun je niet plassen!” riep Kleine Aap uit.
“O
nee? zei Apelien. Ze klom op de stoel die op de tafel stond en zei:
“Hooggeëerd
publiek! Een twee drie…”
En ze
plaste.
“Zonder
piemeltje!” riep Kleine Aap. “ Dat is knap!”
“Zonder
piemeltje!” riepen alle dieren. “Dat is knap!”
Vanaf
die dag traden Apelien en Kleine Aap samen op.
En ze
konden allebei het beste plassen van iedereen.
Mijn Kleine Aap is gelukkig net voordat hij
naar groep 1 ging zindelijk geworden (op een paar ongelukjes na). Ik heb hem
geleerd op de wc-bril te zitten, net zoals papa, anders komen er spetters op de
bril enzo. Mijn Apelientje doet dat natuurlijk ook.
Maar nu is hij enthousiast gemaakt en wil
ook met een grote boog de plas in de pot mikken en Apelientje wil boven op de
stortbak zitten om van daaruit de plas met een boogje in de pot te storten. Met
veel overredingsdrang lukt het me ze “gewoon” te laten plassen. “Knap, hoor!”
zeg ik dan, net zoals in het circus.
Ik zit ‘s avonds op de wc boven. Grote Aap
komt binnen, loopt naar me toe en maakt met een grote grijns zijn gulp open…………
Geen opmerkingen:
Een reactie posten